Cursus inhoud
Inleiding
Zoals reeds vermeld moet er altijd BHV aanwezig zijn als er gewerkt wordt. Uiteraard zijn er uitzonderingen zoals regeling overwerk en vergaderingen buiten werktijden, daar weet uw ARBO specialist / Preventiemedewerker alles van. De BHV'er moet getraind en geoefend zijn op alle restrisico's binnen het bedrijf. Het bedrijf heeft een recente Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) waaring alle risico's binnen het bedrijf staan omschreven. Hierin vindt je dus ook de risico's die kunnen gebeuren op het gebied van brand en ontruimen. Gebaseerd op deze risico's moet de BHV'er zijn geoefend en getraind. Dit is dus bij elk bedrijf anders. In deze module behandelen we de algemen restrisico's die over het algemeen in de meeste bedrijven van toepassing zijn. Omdat het algemeen is worden alle blusmiddelen behandeld en getoetst ondanks dat deze niet allemaal bij uw bedrijf aanwezig zijn. Vuur en brand is in alle bedrijven hetzelfde natuurlijk, alleen zijn er mogelijk factoren binnen u bedrijf die hier wel invloed op hebben, daarom adviseren we u om na de cursus ook eens goed de RI&E en de noodplannen van uw bedrijf door te nemen.
Veiligheid
Bij een mogelijke brandsituatie is het de bedrijfshulpverlener die op onderzoek uit gaat. Dit brengt gevaren met zich mee. Altijd is van toepassing “eigen veiligheid eerst”! ga dus nooit alleen op pad, Werk samen als een team.
0/1
Gevaarlijke stoffen (Copy 2)
Als BHV'er op de hoogte zijn van de pictogrammen gevaarlijke stoffen
0/2
Kleine blusmiddelen DPRS
Om een brand te kunnen bestrijden zijn er in het gebouw blusmiddelen aanwezig. De BHVér wordt geacht geoefend en getraint te zijn in het gebruik van deze middelen
0/8
Vaste blussystemen in een gebouw (Copy 2)
Als optie, maar ook als verplichting, kunnen er in een gebouw sytemen worden aangelegd die bij een brandsituatie automatisch kunnen ingrijpen om uitbreiding van de brand te voorkomen. Ook zijn er systemen ter ondersteuning van de brandweer.
0/4
Nazorg (Copy 1)
Bedrijfshulpverlening Brand en Ontruimen – De Pieter Raat Stichting
Over les

De (sproei)schuimblusser is de meest voorkomende blusser. Populair van wege de brede inzetbaarheid, prijs, snel in gebruik en geringe schade. De blusser wordt steeds verbeterd waardoor deze steeds meer brandklassen aankan. Dit maakt het een van de meest voorkomende blusmiddelen.

Type: Sproeischuimblusser

Eigenschappen en kenmerken:

  • Blusstof: Water (94%) en schuimvormend middel (6%)
  • Blussende werking: Het verlagen van de temperatuur of/en het afdekken van de brandende stof (zuurstof verdrijvend)

Schuimblussers zijn gevuld met water en een schuimvormend middel. De blussende werking van een schuimblusser berust op afdekking (zuurstof wegnemen) en in geringe mate op afkoeling.

Brandklasse:

  Klasse A (vaste stoffen)

  Klasse B (Vloeistoffen)

Niet allemaal maar sinds enkele jaren ook vaak geschikt voor:

  Klasse F (Oliën en vetten) let op: alleen als deze klasse op de blusser vermeld wordt!

Electriciteitsbranden (maar voorzichtig bij hoge spanning)

Geschikt voor:

  • hout, papier, textiel, benzine, terpentine, lampenolie, frituurvet, Electra

Niet gebruiken op:

  • Hoge voltages (krachtstroom)
  • Indien de F klasse niet op de blusser staat niet op oliën en vetten.
  • Hoge temperatuur metaalbrand (batterijbranden en metaal)

Voordelen:

  • Weinig schade, breed inzetbaar

Nadelen:

  • Geeft schade aan elektrische apparatuur,

Bijzonderheden:

  • Worplengte± 5 meter
  • Drukmeter (manometer)
  • Blustijd + 45 seconden (6 liter)

Gebruik:

  • Uit de houder nemen
  • Pen verwijderen (geen druk op de hefboom, dus bij de “nek”pakken)
  • Proefstoot (op veilige plek, schuim kan gladheid veroorzaken, valgevaar)
  • Bij vaste stoffenbrand: stootsgewijs of constant richting de kern blussen
  • Bij vloeistofbrand `stootsgewijs een schuimlaag over de vloeistof leggen.
  • Let op herontsteking, voer een nacontrole uit.

Na gebruik:

  • Meld dat u de blusser gebruikt heeft. De brandblusser zal dan zo spoedig mogelijk gecontroleerd en inzetbaar worden gemaakt.